negenenveertig jaar en driehondervierenzestig dagen

Op het schoolpein staat een hond. Een meisje vraagt aan de hondenmoeder hoe oud het dier is. De moeder zegt: morgen wordt hij twee jaar. Ze kijkt mij aan en glimlacht even, alsof ze er zo aan toe wil voegen dat die meneer achter haar morgen vijftig wordt.
O, zegt het meisje en loopt weg.
De hond en ik kijken elkaar aan. Onze baardjes zijn ongeveer even lang, het mengsel van donkere en lichte haartjes is vrijwel gelijk.
Je ziet er oud uit, voor je leeftijd, mompel ik… Als je iets wil weten, over het leven ofzo, dan vraag je het maar. Morgen.