Terwijl ik dit schrijf, houdt zoontje J. een spreekbeurt op school. Vóór de kerstvakantie zei hij dat hij zijn klas iets over hockey wilde vertellen. Ik knikte gelaten. Een 7-jarige moet je helpen met een spreekbeurt, maar de hockeysport heeft minder mijn interesse dan bijvoorbeeld de vliegende eekhoorn of Vlaamse reuzen. Tijdens de kerstvakantie kreeg ik hoop op een interessant nieuw onderwerp, dat was toen we op eerste kerstdag bij het graf van mijn ouders stonden.
J. vroeg hoe het mogelijk was dat er twee mensen in zo’n kleine begrafenis lagen. Ik vertelde van diepe graven, wegterende kisten en dat zijn grootouders bovendien op elkaar lagen.
Ik legde uit dat in de steen aanvankelijk alleen de naam van zijn opa stond en dat daarna die van zijn oma er bij gehouwen was. Mijn wijsvinger gleed over de scheidslijn waar het werk aan de eerste naam opgehouden was en dat aan de tweede begon. Daarna speurden we naar fossielen in de steen: schelpjes, een soort oorkruipertje. Ik veegde nog het vogelpoepje dat altijd op dezelfde plek ligt weg -zo, en maakte nog een foto.
Sinds het bestaan van mijn ouders in bijna onveranderlijke steen gebeiteld is, maak ik regelmatig een foto. Ik heb er meer van dan van de laatste jaren van hun veranderlijke bestaan in vlees.
J. pakte zijn iPod en maakte ook een foto. ’Hier ga ik mijn spreekbeurt over houden!’ riep hij.
Als vader die een 7-jarige daarbij moet helpen zou ik hier veel meer over weten te vertellen dan over de hockeysport. Even was ik verheugd, maar voelde ook dat ik me misschien verheugde op iets wat beter was niet te doen.
We verlieten de begraafplaats, J. keek om zich heen en zei nog: wie doet er nou een begrafenis in een winkelcentrum?
Gisteren oefenden we de spreekbeurt. Op tafel lagen scheenbeschermers en een bitje. J. vertelde dat deze dienden om je tegen pijn en beschadiging te beschermen. Hij stak ter demonstratie zijn bitje in de mond en gaf me een blauwe grijns. Ik knikte goedkeurend en dacht dat het zo goed was. De steen had ons verteld dat het vlees uiteindelijk niet meer beschermd kan worden, maar voor 7-jarigen is het voorlopig beter te geloven dat je met een bitje en scheenbeschermers het leven onbevangen tegemoet kunt treden.